Voorbeeldsessie

Achtergrond

Cliënte heeft al twee jaar lang last van haar nek. Ze krijgt sterke pijnstillers van de huisarts. Er is fysiek niks aan de hand, vandaar dat ze de suggestie heeft gekregen eens naar een psycholoog te gaan. Ze kiest voor de lichaamsgerichte benadering.
Cliënte blijkt als kind van 10 bij gym uit de rekken te zijn gevallen. Hierna had ze nekletsel en is er een tijdelijke verlamming geweest in haar arm.

Onderstaand voorbeeld is een sterk vereenvoudigde weergave van de sessie. In werkelijkheid duurt het onderstaande gesprek 1,5 uur.

Sessie

Th: Om zeker te weten: zijn alle fysieke controles, zoals röntgenfoto's, gedaan?
Cl: Ja ze kunnen niks vinden. Het enig dat de huisarts doet is me pijnstillers voorschrijven en zeggen dat ik maar wat leuks moet gaan doen.
Th: Ga eens met de aandacht naar je lichaam en naar de plek die zo'n pijn doet.
Th: Kun je het precies lokaliseren? Heeft het een grens?
Cl: Het straalt ook uit naar mijn schouders.
Th: Is het links en rechts even sterk?
Cl: Het zit met name links.

Door de vragen wordt het gevoel helderder en kan ze meer verbinding maken met het gevoel. Hierom kan nu wordt gevraagd te associeren vanuit de pijnlijke plek.

Cl: Het lijkt als er van buiten op mijn nek wordt gedrukt.
Th: Wordt er nog iets gezegd door deze 'drukkers'?
Cl: Ik zou niet weten. Er komt niks.
Th: Wat zou je zelf terug kunnen zeggen tegen de 'drukkers'?
Cl: Ik zou wel willen dat ze weggaan, dat ze ophouden met drukken.
Th: OK, zeg maar
Cl (voorzichtig): Jullie moeten weg gaan.
Th: En hoe is nu de pijn?
Cl: Die is wat minder geworden.
Th: En zijn de 'drukkers' weg?
Cl: Nee, die zijn er nog.
Th: Wil je het nog eens zeggen en kijk daarbij maar eens wat naar achteren.
Cl zegt het nogmaals, maar ze durft niet. Er zit kennelijk angst.
Th: Heb je een beeld van wie het is, die je neerdrukt? Is het een man of vrouw?
Cl: Het zijn er meerdere. Het voelt vernederend.
Th: Zullen we samen zeggen dat ze moeten ophouden?
Th en Cl samen: Jullie moeten nu ophouden met drukken. Basta. Wegwezen jullie en laat ik je nooit meer zien.

Nu gaat het stromen, de schouders worden warm, de pijn krijgt een andere kleur. Er komt ruimte en ontspanning in het gebied.

Cl: Dit heb ik nog nooit gevoeld. Voelt wel lekker.
Th: Blijf daar maar even bij, laat het maar toe. Dit is de heling.

Nu komt het verhaal over het ongeluk van toen ze 10 jaar was. Doordat haar arm beschadigd was, kon ze vaak niet meedoen met de andere kinderen. Hierom werd ze gepest. Ze werd door de andere kinderen neergedrukt.
Het ongeluk moet een enorme schrik voor haar zijn geweest (en ook voor haar ouders). Door na het ongeluk in de onveiligheid van het pesten te zijn beland, is de schrik vast komen te zitten. Dit is letterlijk vast gaan zitten in nek en schouders.
Deze schrik wil weer vrij.

Th: Wat zou je lichaam willen doen nu?
Cl: Ik zou willen wegstappen.
Th: OK doe maar, stap maar.
Cl stapt en nu komen de tranen. Wat ze vroeger niet kon, kan nu wel. Haar volwassen kant kan weg stappen uit de situatie. Ze is nu sterk genoeg om redelijkerwijs voor zichzelf op te komen. Hierin zit de heling.