Soorten klachten
Stemmings- en spanningsproblemen
Relationele problemen
Rouw & verwerking
Werkgerelateerd
Burn-out
Voel je je opgebrand? Word je intens moe als je aan (vrijwilligers)werk denkt? Ben je cynisch geworden over de dingen waar je vroeger in geloofde? Dan heb je grote kans dat je aan een burn-out lijdt.
Een burn-out is, anders dan bij een depressie, altijd werkgerelateerd. Een depressie is een stemmingsprobleem; burn-out een energie-probleem. Een depressie bestrijkt je hele leven, in een burn-out kun je nog genieten van andere dingen dan het werk. In een depressie zijn er gedachten dat het leven niet meer hoeft.
Een burn-out kenmerkt zich door drie pijlers
- werkgerelateerde emotionele uitputting
- cynisme of depersonalisatie richting het werk
- gevoel van verminderd zelfvertrouwen en bekwaamheid
De emotionele uitputting ontstaat door een hoge inzet (veel geven), maar weinig vruchten kunnen plukken (ontvangen). Vaak zijn het mensen die vol goede moed begonnen zijn aan een klus en een groot geloof hadden, maar na verloop van tijd cynisch hierover raken, omdat het niet is gelopen zoals ze hadden gehoopt. Als er dan ook nog vermoeidheid bij komt kijken raak je snel afgestompt en uitgeblust.
Als het lichaam langer doorgaat in een stresssituatie zonder voldoende rustmomenten, gaat het een teveel aan cortisol aanmaken. Dit stresshormoon zorgt ervoor dat je minder gaat voelen, waardoor je dus ook je grenzen minder voelt. Op zichzelf is dit een prachtig hulpmiddel van de natuur, want als je je in een echt gevaar zou bevinden is het maar goed dat je door kunt gaan zonder al te veel te voelen. In onze moderne samenleving met te weinig lichaamsbeweging is deze volharding echter funest voor de geestelijke gezondheid.
In de behandeling nemen we eerst weer tijd voor jou, dat het een keer om jou mag gaan en dat je mag uitrusten. Het is op zich goed om niet te lang volledig thuis te zitten, maar weer terug naar het werk te gaan, al is het maar voor een paar uur per week. In de therapie kijken we ook naar de relatie(s) op het werk en kijken we naar manieren om directer en opener te kunnen communiceren, door op een volwassen manier je grenzen aan te kunnen geven en je behoeftes te uiten. In de werksituatie kom je vaak patronen tegen van het gezin van vroeger. Het is dus ook goed die te onderzoeken.